Wandelen in Nederland.
In Nederland kun je het hele jaar door wandelen dankzij ons gematigde klimaat en de vele afwisselende landschappen. Met de auto of de trein zijn mooie wandelroutes gemakkelijk bereikbaar.
Tijdens zonnige zondagen kan het druk zijn in de bossen, heidevelden en stranden van ons land. Toch zijn er in Nederland nog natuurgebieden waar je zelfs op zondag nog wel een rustige plek vindt.
Wandelen in het bos.
Ieder seizoen heeft zijn charme.
In de lente komen de bossen en velden tot leven met frisgroene bladeren en bloeiende bloemen. Het weer begint al lekker warm te worden en overal zingen vogels. In de beschutting van de duinen is het op een zonnige dag al lekker warm
De zomer is perfect voor lange wandelingen over de stranden of door de schaduwrijke bossen.
De herfst is de periode van bomen met rode en gele bladeren, nootjes, bessen en paddenstoelen. Dit is de periode dat veel dieren zich het gemakkelijkst laten zien.
De natuurgebieden in Nederland kennen in de winter een rustperiode. Tip: Warm jezelf op in een boscafé.
Tip 1: Ga dieren spotten in de avond.
In Nederlandse natuurgebieden kun je veel dieren tegenkomen, afhankelijk van het type landschap en de regio.
Als je dieren als herten, wilde zwijnen, konijnen, uilen en vossen wilt zien moet je in de schemering gaan wandelen. Een half uur voor zonsondergang tot een half uur na zonsondergang zie je de meeste dieren. Wees wel stil, loop bij voorkeur tegen de wind in en laat je hond thuis.
Het is belangrijk om wilde dieren met respect te behandelen. Observeer ze van een afstand maar voer ze niet en verstoor natuurlijke gedrag niet door lawaai te maken of op de dieren af lopen.
Als er sneeuw ligt is het landschap helemaal veranderd.
Tip 2: Wandel van treinstation naar treinstation.
Als je met de auto naar de bossen gaat voor een wandeling zul je meestal een rondje maken waarbij je weer terugkomt op de parkeerplaats waar je je auto gelaten hebt.
De Nederlandse Spoorwegen heeft mooie wandelroutes samengesteld die van treinstation naar treinstation lopen. Er zijn routes in heel Nederland voor een uurtje wandelen en zelfs voor flinke tochten van 20 km
Tip 3: Zoek een goed startpunt in een natuurgebied.
Een goed startpunt is erg belangrijk voor een wandeling in een natuurgebied. Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en veel horeca gelegenheden hebben op mooie plekken een informatiecentrum, bezoekerscentrum of in ieder geval een restaurant of boscafé met een parkeerplaats. Als je hier je auto parkeert kun je dit als startpunt en eindpunt van je wandeling nemen.
Het is heerlijk om na de wandeling nog wat te kunnen drinken of eten. In de zomer kun je er op een terras bijkomen van de wandeling, in de winter kun je er binnen opwarmen.
Leuke wandelgebieden.
Kies een startpunt voor een wandeling.
- Langs de hele kust van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland kun je het hele jaar en bij ieder weertype een strandwandeling maken. Ook de paden in de duinen zijn een aanrader als je van wandelen houdt. Ga wat eten of warm jezelf op in een strandpaviljoen.
Maak een strandwandeling. - De Amsterdamse Waterleidingduinen:.
Kenmerken: duinen, bossen, open graslanden en waterpartijen. Je mag buiten de wandelpaden struinen. Er zijn veel damherten, vossen, vogels en konijnen.
Startpunt: Ingang Panneland in Vogelenzang, parkeren bij de ingang. Tip: Restaurant Boshut 't Panneland heeft een terras en een open haard.
- De Schoorlse Duinen:
Kenmerken: Hoogste duinen van Nederland, omringd door bossen en heidevelden.
Startpunt: Buitencentrum Schoorlse Duinen van Staatsbosbeheer, Schoorl. - De Utrechtse Heuvelrug:
Kenmerken: Het is een uitgestrekt bosrijk gebied met heuvels, valleien, landgoederen.
Startpunt: Bezoekerscentrum Utrechtse Heuvelrug in Doorn.
Bezoekerscentrum Tabaksschuur (Amerongse Bos).
- Nationaal Park de Groote Peel:
Kenmerken: Een bijzonder hoogveengebied met vogelrijke gebieden, oude turfafgravingen en wandelpaden door moerassen, vennen en plassen en bossen.
Startpunt: Bezoekerscentrum De Pelen in Ospel. - Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen:
Kenmerken: Uitgestrekte zandverstuivingen met bossen, vennen en heidevelden.
Startpunt: De Roestelberg in Kaatsheuvel of Herberg De Drie Linden, Giersbergen (bij Drunen).
Buitencentrum de Pelen van Natuurmonumenten.
- Het Mastbos bij Breda
Een 16de eeuws naaldbos met rechte bomen, statige lanen en een rijke flora en fauna.
Startpunt: Restaurant De Boschwachter, Huisdreef, Breda. - De Biesbosch:
Kenmerken: Zoetwatergetijdengebied, riviereilanden, kreken en wilgenvloedbossen. Tip: huur een motorbootje of kano, ideaal voor vogelspotten.
Startpunt: Biesbosch MuseumEiland, Hilweg 2, Werkendam. - Het Speulder- en Sprielderbos:
Kenmerken: Een bos met kronkelige, sprookjesachtige bomen.
Startpunt: Boshuis Drie aan de Sprielderweg in Ermelo.
- De Veluwe
Kenmerken: Grote bossen, heidevelden, zandverstuivingen en als je stil bent kun je veel dieren zien.
Startpunt: Bezoekerscentrum Veluwezoom in Rheden met ruime parkeerplaats. - De Hoge Veluwe
Kenmerken: Nationaal park met dichte bossen en open heidevelden. Het is de locatie van het Kröller-Müller Museum.
Startpunt: Drie ingangen (Hoenderloo, Otterlo, Schaarsbergen).
- Het Drents-Friese Wold
Kenmerken: Groot natuurgebied met bos, heide, stuifzanden.
Startpunt: Bezoekerscentrum Drents-Friese Wold in Appelscha. - De Oostvaardersplassen:
Kenmerken: Moerasgebied met waterplassen, rietvlaktes, graslanden en bos. Het gebied is rijk aan vogels en grote grazers zoals konikpaarden en edelherten.
Startpunt: Bezoekerscentrum Oostvaarders in Lelystad.